Ik was 24 uur per dag, 7 dagen per week binnen de psychiatrie. Ik vond het daar vreselijk, maar was ook als de dood dat ik weg moest. En waarom? Ik had geen idee meer wie ik was. En als ik geen psychiatrisch patiënt meer was, dan was ik niks meer.
Die ene rol was mijn leven geworden en in psychiatrisch patiënt zijn, was ik tenminste goed.
Verder kijken
Toen ik bij het RIBW Brabant (begeleidt mensen met psychiatrische of psychische klachten bij hun herstel, individueel of in een gezinssituatie) ging wonen was ik ook daar cliënt. Maar ze keken wel verder. Wat vind je leuk? Waar liggen je kwaliteiten? Ze gingen met mij op zoek naar geschikte dagbesteding. Eerste werkte ik op een zorgboerderij, als cliënt … Maar toen wilde ik vrijwilligerswerk gaan doen. Ik kwam op een kinderboerderij terecht. Voor mij een hele bijzondere ervaring, want na lange tijd was ik opeens vrijwilliger en zagen mensen mij als collega. Ook ging ik zingen met een muziekgroep, tussen de zogenaamde ‘normale’ mensen.
‘Herstellen doe je zelf’
Op een gegeven moment ben ik de cursus ‘Herstellen doe je zelf’ gaan volgen. Binnen deze cursus gaan twee hoofdstukken over rollen. Je gaat kijken naar de rollen die je vroeger vervulde, die je nu vervult en naar de rollen waar je graag nog meer tijd aan zou willen besteden. Opeens kwam ik tot het besef dat ik mijn rollen had uitgebreid. Ik was niet meer de psychiatrisch patiënt, nog wel cliënt, maar daarnaast ook nog zo veel meer! Ik had een stuk van mijn identiteit terug gevonden.
Eigen ervaring inzetten
Na deze cursus ging het kriebelen. Ik werkte met veel plezier op de kinderboerderij, maar was ook toe aan een nieuwe uitdaging. Ik voelde dat er meer in zat. Ik ben de cursus ‘Werken met eigen ervaring’ gaan volgen. En toen zette ik de grote stap; ik ging vrijwilligerswerk doen bij het RIBW. Ik ging mijn eigen ervaringen in zetten om andere mensen te kunnen helpen. Tot op de dag van vandaag vind ik dit het mooiste werk wat er is. Maar ook hierbij zijn rollen een groot thema.
Verwarrend
Soms vind ik het behoorlijk verwarrend. Het ene moment ben ik met een cliënt in gesprek die het moeilijk heeft en het volgende moment ben ik zelf de cliënt die het moeilijk heeft. Waarom kan ik het ene moment zo sterk zijn en op een ander moment zo’n hoopje ellende? Ik kan dat juist vanwege de rollen. Als ik voor een groep hulpverleners sta, zet ik mezelf in die rol. Dan voel ik me sterk. Maar mijn kwetsbaarheid is er ook nog steeds. En die komt er thuis uit. Thuis als cliënt van het RIBW.
Kracht van kwetsbaarheid
Soms vraag ik mezelf af of ik me dan niet aan stel. Als ik tijdens het werk zo sterk ben, waarom kan ik dat dan niet thuis? Tegelijk weet ik ook dat het één niet zonder het ander kan bestaan. En juist doordat ik mijn kwetsbaarheid en mijn cliëntenrol nog ervaar, sta ik nog dicht bij het gevoel, dicht bij de ervaring. Lastig, maar ik heb gemerkt dat het ook heel waardevol kan zijn. Dat is de kracht van kwetsbaarheid!