In mijn hoofd de gedachte, nee de hoop, Iemand die over 2 dagen uit het leven stapt kan niet zo vrolijk zijn, misschien stel je het uit. En toen ging je weg en je vroeg mij een knuffel. Ik schrok, in al die tijd dat ik je kende had je dat nog nooit gedaan. Natuurlijk krijg je een knuffel van me. En in onze knuffel lag alles wat we nooit tegen elkaar zouden kunnen zeggen, alles wat voor ons beide te moeilijk was om uit te spreken. Ik voelde liefde en respect. Jij voor mij en natuurlijk ik voor jouw.
Dinsdag, we sturen elkaar berichtjes via twitter en whatsapp. Net als elke gewone dag, maar het is geen gewone dag. Je verteld me dat je moeite hebt met het schrijven van je 2 laatste brieven. Ik weet niets te zeggen. Je zegt me dat dat ook goed is.
Woensdagochtend ik stuur je een vreselijk flauw bericht over een dierenarts waar dodelijke middelen zijn gestolen. Onder andere het middel waarvan ik weet dat jij vandaag gaat gebruiken. “Tja ik wist dat ik iets vergeten was” en “beter laat dan nooit” zijn jouw reacties. Ik moet lachen. Ik wil je dat terug twitteren. En dan blijkt dat je jouw twitter account hebt opgeheven.
Ik schrik er een beetje van. Voel me ook schuldig dat mijn laatste woorden aan jouw een flauwe grap waren, maar bedenk dan dat jouw reactie nog flauwer was. Ik moet er van glimlachen. Niet veel mensen zouden onze humor begrijpen, wat zal ik dat gaan missen. Ik kijk op de klok. Nog een uurtje hooguit 2. Je hebt mij de tijd verteld. Je hebt me beloofd dat ik op de lijst zou staan van mensen die gebeld zou worden als het eenmaal zover was. Ik kan nu alleen nog maar wachten op dat telefoontje.
Thuis word ik gek. Ik ga koffie drinken bij I. Wat ben ik blij dat ze er is, ons “leuke mooie blondje” zoals we haar wel eens noemde. Om er dan meteen bij te zeggen dat zoals bij heel veel mensen schijn bedriegt en ze een betrokken, gedreven en super oprecht persoon is. Tja weer dat rare gevoel voor humor van ons.
I en ik besluiten om niet bij haar werk te gaan zitten wachten. Mensen daar pikken wel op dat er iets is, maar weten niet wat. En ze ermee belasten willen we ook niet. We besluiten om “geheel in jouw gedachte” te verkassen naar een terrasje en ondanks dat het nog vroeg in de middag is aan het bier en wijn te gaan.
Dan begint het lange wachten, het heel de tijd op de telefoon kijken. We snappen dat het lang kan duren, dat er natuurlijk ook allerlei “officiële rompslomp” bij komt kijken. Maar toch het wachten duurt heel erg lang. Waar I en ik het over hebben gehad, ik heb geen idee meer. Over jouw, over ons, over alles. We hebben gelachen en zijn verdrietig geweest. Maar details ze zijn er niet meer.
Het blijft duren, maar nog steeds geen telefoon. Ik krijg gedachtes waarvoor ik me schaam. “er zou toch niets ergs gebeurd zijn” “ze zou toch niet te vroeg gevonden zijn en in het ziekenhuis zijn” en de voor mij ergste “ik hoop dat ze al dood is” Hoe fout kan je als mens zijn. Een ander dood wensen. Maar dan besef ik ineens, dat het niet jouw doodwensen is, maar het wensen dat jij op jouw manier, op een voor jouw goede en fijne manier mag gaan.
We worden van het terras afgekeken, tja de lunchroom sluit nu eenmaal tegen de avond. I en ik kijken elkaar aan, nog steeds geen bericht. Ik wil niet alleen thuis wachten op de telefoon. Onzeker kijk ik haar aan. “Bij mij nog wat drinken?” vraag ik onzeker. Terwijl ik naar huis fiets denk ik aan je. Wat zou je trots op mij zijn. Ik vraag zelf iemand om bij mij te blijven omdat ik het nodig heb. En ik vraag iemand in mijn huis. Het plekje waarvan jij weet dat ik daar niet snel mensen toelaat.
We drinken een thee en wachten…… Hoelang kunnen we het moment dat I naar huis moet uitstellen? En dan gaat mijn telefoon. Ik schrik, want in het scherm staat jouw naam. Ik neem op en hoor een voor mij bekende stem. het is S. Degene waarmee jij het afgesproken dat hij mij zou bellen. Degene die jouw zou vinden als het zover was. Degene waarvan ik zo blij ben dat je ons aan elkaar hebt voorgesteld. Een uniek man, en precies zoals je mij vertelde “eentje met ook een gebruiksaanwijzing, maar een hart van goud.”
Ik hoor wat ik diep van binnen al wist. Je bent er niet meer. Ik kijk I aan. En dan gebeurd er iets wat ik niet had verwacht en waarvan ik weet dat jij erop had gerekend, ik kan mijn tranen niet bedwingen. Alle spanning van de afgelopen tijd komt eruit. Alle gevoelens. De tegenstrijdigheid is zo raar. Ik voel me boos, machteloos, eenzaam, verdrietig maar ook is er opluchting, blijdschap en zelfs trots. Iets wat ik de komende dagen nog veel zal voelen.
I en ik kijken elkaar aan. Wat nu? Naar huis gaan en mij alleen laten voelt gewoon niet goed. Ondertussen is er contact met E, en er valt het besluit daarheen te gaan. Ik bel mijn moeder, want ik ben lichamelijk ook behoorlijk gesloopt en fietsen zit er niet meer in. Gelukkig bied ze meteen aan te rijden. Iets wat ze trouwens de komende dagen vaker zal doen. Je hebt het goed ingeschat toen je zei “jouw moeder is een top mens”
Bij E besluiten we om de andere deelnemers van BroedplaatsZ te bellen. Voor hun zal het als een verassing komen, niet het feit dat je het gedaan hebt, want ze lazen je blogs, maar wel dat het nu gebeurde. Hun reactie is hartverwarmend. Zelfs in een korte periode wist jij deze mensen te raken. We bellen nog meer mensen. En wat zo bijzonder is, alle reacties zijn eigenlijk hetzelfde. Eerst ongeloof en schok, maar dan het besef dat dit jouw keuze is geweest. En dat jouw keuze goed is. Je hebt iedereen netjes voorbereid lijkt het wel, nee niets lijkt. Het is zo.
J komt binnen, fijn dat hij er ook bij is. Ik was erbij toen je J vroeg of hij de uitvaart wilde filmen, zodat jouw nabestaanden een herinnering zouden hebben. En dat het natuurlijk ook geen enkel probleem was om beelden daarvan te gebruiken in de docu die we aan het maken zijn. Je was zelfs heel stellig, dat mag ongeacht wat iemand anders ervan vind.
Iedereen is gebeld, iedereen is op de hoogte. We zitten bij elkaar. Het is raar weer. Elke keer als we buiten willen gaan zitten gaat het regenen, elke kaar dat we naar binnen gaan wordt het weer droog. Toeval, natuurlijk, maar wie kiezen er allemaal voor om daar toch jouw hand in te zien.
Ik bel mijn moeder om mij op te halen en mij thuis af te zetten. Ik ben lichamelijk en geestelijk aan het einde van mijn latijn. Nadat ik iedereen (E, J, I en mijn moeder) heb beloofd dat ik echt laat weten als het niet gaat mag ik pas naar huis. Ik sleep mezelf naar boven.
Terwijl ik op bed lig word ik overvallen door emoties, ik begin te huilen zoals ik nog nooit gehuild heb. Maar het voelt goed. Het mag er zijn. Het is oprecht verdriet. Ik denk aan jouw en aan alles wat we samen hebben meegemaakt. De leuke, maar ook de minder leuke momenten. Uiteindelijk val ik met een glimlach in slaap.
Lieve Elmira, Ik had je beloofd om je te schrijven hoe de week na jouw overlijden eruit zag. Dit was de eerste dag. De komende dagen houd je tegoed van me. Ik weet niet wanneer, maar ik beloof je, ze komen eraan.
19-06-2013: Namen uit de tekst gehaald. Lang over gedacht, want ik ben voor openheid, maar ik wil ook niet opzettelijk mensen beschadigen of in moeilijke situaties brengen. Dus besloten dit toch te doen.