Ik weet ook niet waarom ik het toch doe. Om mensen een inkijkje te geven in mijn leven? Of doe ik het om het gevoel van me af te schrijven. Of doe ik het om op deze manier mijn excuus te maken, iets dat me persoonlijk niet lukt. Nou ja hoe dan ook als je snel geschokt bent kan je beter nu stoppen met lezen.
Heel erg kort en krachtig afgelopen woensdag was ik 5 minuten van de dood verwijderd. Ik krijg een slecht bericht, achteraf niet het einde van de wereld, maar toch was het genoeg om mij in een paniek te laten schieten. Nog het besef gehad mijn moeder te bellen en N te vragen te komen. Maar hier ging natuurlijk wat tijd overheen. In die tijd was ik zo in paniek over mijn leven, mijn toekomst en het gevoel van gemis over het hebben van een “normaal” en “productief” leven. Dat ik het ineens heel zeker wist, Ik wil niet meer. Ik en iedereen om mij heen is beter af als ik er niet meer ben.
Nu weet ik eigenlijk al heel lang dat ik het leven niet de moeite waard vind. En zoals ikzelf altijd zeg: “als ik nu te horen zou krijgen dat ik morgen niet meer wakker word, dan is het goed. Sterker nog ik kruip er dan extra vroeg in”. Ik was er van overtuigd dat er voor mij het moment komt, waarschijnlijk na het overlijden van mijn ouders, dat ik echt niet meer door kan gaan met het leven. Ik weet ook hoe moeilijk het is om dan er netjes uit te stappen. Euthanasie in de GGZ is nog steeds een groot taboe. Ik heb dus mijn maatregelen getroffen. En heb al enige tijd alles in huis om er op een nette manier een einde aan te maken. Iets waarvan ik overtuigd was dat wanneer het zover was ik na lang en diep nadenken zou nemen. Nadat ik alles in orde had gemaakt.
En toen kwam die woensdag. Ineens besefte ik dat ik alle luxaflex had dichtgedaan, mijn telefoons allemaal uit had gezet. De deur op slot, met de sleutel aan de binnenkant zodat hij ook niet meer open te maken was. En ik zat in de keuken met voor mij het dodelijke middel. Open en klaar om te nemen. Op dat moment mijn moeder aan de deur. Ze kon er niet in. Ze riep, ramde op de deur. Ik schrok uit een roes. Maar zelfs toen nog was ik echt van plan door te gaan. Toen riep ze nog eens, en nog eens. Elke keer een stukje wanhopiger. En nog steeds wilde ik alleen maar dood. Ik was moe, moe van het strijden tegen mijn problemen, moe van het uitleggen, moe van het niet begrepen worden en moe van het missen, zo moe van het beseffen wat ik miste.
“EELCO” mijn moeder roept weer en ik schrik van de wanhoop en angst die ik in haar stem meen te horen. Dan hoor ik dat N ook roept. Ook bij haar hoor ik angst. Angst over wat ze zullen aantreffen. Ik lijk wakker te schrikken. En in een moment van helderheid gooi ik het middel door de gootsteen. Ik loop naar de deur, doe hem open en laat ze binnen. En ik stort in, helemaal in. Ik jank en ik schreeuw. Ik voel me zo zwak en machteloos. En mijn eerste “heldere” gedachte is: ”zelfs zelfmoord plegen kan je niet, zelfs daar ben je te zwak voor”. Mama en N blijven bij mij. Ze zeggen weinig, woorden helpen niet, maar houden me omstebeurt vast. Langzaam kom ik bij uit de roes waar ik in zat. Langzaam begin ik te beseffen wat ik heb gedaan.
De dag erna moet ik met GGZbreburg naar een workshop in de Efteling. De knop gaat om. Ik denk dat niemand daar aan mij heeft gemerkt dat ik nog geen 24 uur daarvoor bijna mijn eigen leven had genomen. Ik heb het 1 iemand verteld, zodat wanneer de dag me toch te zwaar zou zijn ze wist waarom ik ineens naar huis was. In de avond ben ik thuis. Nu komt de klap. Ik besef me nu pas hoe erg ik mijn mama en N heb laten schrikken. En als in godnaam I de zoon van N maar niet heeft gemerkt hoe erg het allemaal was. Ik schaam me dood. Ik baal ervan dat ik mezelf niet onder controle had. Ik baal ervan dat ik het risico heb genomen iets stoms te doen, door het spul in huis te hebben. Ik die op sommige momenten station West vermijd omdat er vlak voor de stoptrein die ik moet nemen een intercity voorbij dendert en ik soms echt bang ben een stap naar voren te zetten. Ik had de controle niet meer. En ik ben ervan geschrokken. Zo geschrokken. Dit wil ik nooit meer meemaken. Nu moet ik doorpakken. Dit moet ik gaan vertellen aan mijn hulpverleners, maar tegelijk denk ik van. Ik zeg ze niets. Dan vragen ze ook geen lastige vragen.
Waarom ik er nu nog ben? Ik weet het niet. Was ik te laf? Was ik net op tijd weer helder? Ik denk dat het kwam door de mensen aan mijn deur. En dat in hun stem de angst en wanhoop klonk. Maar ook de klank dat ze echt om me geven, dat ik al doe ik verder alles fout op deze aarde, er mensen zijn die onvoorwaardelijk om mij geven, houden zelfs. En hun kon ik niet in de steek laten. Tegenover hun kan ik het niet maken. Ik ben aan hun verplicht verder te gaan. En dat zijn niet de juiste redenen, ik weet het. Ik moet het voor mezelf doen. Voor mij en voor niemand anders, maar dat i nu juist de kern van mijn probleem. Ik doe alles wat ik doe voor anderen, niets voor mezelf lijkt het. Maar dat beter uitleggen lukt me niet.
Ga ik opnieuw spullen in huis halen? Ik denk het niet. Ik heb altijd gedacht dat het een weloverwogen beslissing zou zijn. Nu ik weet waar ik toe instaat ben als ik in paniek raak. Dat risico wil ik niet meer lopen. Als ik echt dood wil, dan is die maand langer wachten ook wel weer te overzien. En trouwens, in Tilburg hebben we een kanaal, een spoor en hoge flats.
Nu blijft voor mij alleen over, hoe kan ik de schade die ik heb aangericht bij N en mama goedmaken, Hoe zorg ik ervoor dat ze niet meteen het ergste gaan denken als ik straks een keer de telefoon niet opneem. Ik heb ze door een hel laten gaan die 5 minuten aan mijn voordeur. Ik schaam me daar misschien nog wel het meeste voor. Ik heb de mensen die het belangrijkste zijn in mijn leven pijn gedaan en in de steek gelaten.