Er ging een schok door me heen toen de eerste Nederlandse besmetting een feit was. En maar amper 12 kilometer bij me vandaan.
Daarna ging het snel.
Nu gaat er iedere dag een schok door me heen als ik lees hoeveel besmettingen er weer zijn bijgekomen, en hoeveel mensen er die dag weer zijn overleden.
We worden overladen met coronanieuws, op tv, op sociale media, en op internet. En waar ik eerst last had van ‘Fear of Missing Out’ (FOMO), merk ik nu, dat ik wat minder op mijn mobiel kijk naar de laatste ontwikkelingen.
Noodgedwongen. Ik moet wel.
Mijn hersenletsel zorgde ervoor dat ik het niet trok, die enorme hoeveelheid nieuws. Ik werd bang. Niet eens voor het virus, maar wel voor alle toestanden eromheen. De beelden op televisie, van overvolle ziekenhuizen, van ambulancetouringcars met bedden erin die patiënten vervoerden, de wanhoop die doorklonk in de interviews met hulpverleners, ik kon er niet meer tegen. Speeches van de leiders van het land, die aangaven hoe spannend het was, en nog steeds is.
Ik val in een risicogroep, ik denk dat we allemaal in een risicogroep vallen. Hier thuis letten we goed op elkaar, we volgen de richtlijnen van de RIVM zo goed mogelijk op. Lief gaat nog wel werken maar zoon is thuis omdat de restaurants dicht zijn. Ik ben blij dat hij veilig in de buurt is, maar dat zorgt er wel voor dat we een modus moeten vinden om met elkaar in één huis te leven. Dat is een flinke uitdaging.
Tot nu toe gaat het prima. De bovenverdieping is van hem, en de benedenverdieping van ons. Hij doet de boodschappen en helpt waar hij kan. ’s Avonds vertrekt hij naar ‘huis’, naar boven dus, zodat wij beneden onze privacy hebben. Ook hoef ik nu niet iedere dag te koken, omdat hij dat ook best goed kan… en dat is een understatement.
Mijn collega’s van Zorgbelang werken nu allemaal zoveel mogelijk vanuit huis en het kantoor is gesloten. Dat mis ik. Enkele collega’s hebben me aangeboden om een keer te skypen zodat ik toch binding blijf houden. Gelukkig kan ik mijn tijd goed doorkomen met Hersenletsel-uitleg. Een bijna dagelijks telefonisch ‘overleg’ hierover met mijn maatje, zorgt voor een stabiele factor. Zij bemoedigt me en houdt me bezig zodat ik niet in een onderbelasting kan raken. Mijn andere maatje houdt me continu bij de les en voorkomt dat ik wegzak en in mijn hoofd blijf zitten. Dat is ook een uitdaging. Voor mij maar ook voor haar.
De wereld draait wat langzamer.
Mijn wereld draait door mijn hersenletsel al bijna tien jaar wat langzamer. Nu moeten velen, noodgedwongen wat gas terugnemen. Geen feestjes, bijeenkomsten, vergaderingen, uitstapjes en andere drukke festiviteiten meer. Net zoals ik het al jaren doe. Nu kan men zich een beetje verplaatsen in het leven van mensen met hersenletsel die last hebben van overprikkeling.
Nu de nood hoog is, schieten mooie initiatieven als paddenstoelen uit de grond. Op alle mogelijke manieren wordt hulp aangeboden, op alle vlakken ook. Dat is fantastisch. Mijn wens is dat na deze crisis, deze initiatieven niet stoppen maar doorgaan voor de mensen die het nodig blijven hebben, waaronder mensen die lijden aan overprikkeling na hersenletsel.
Laat het omzien naar elkaar een blijvende factor zijn.
Ik wil iedereen een hart onder de riem steken die voor de bijna onmogelijke taak staan om de maatschappij draaiende te houden en levens te redden.
Ik wil ook iedereen vragen om mee te helpen, levens te redden. Dat kan door gewoon thuis op de bank te blijven zitten.
Zorg goed voor jezelf en voor elkaar.
Arnie